Lt-Kol. Gilles A. Turcot – De Canadees die Maassluis bevrijdde

“Zóó kwamen zij. Dinsdagmiddag 12 uur, dat was het groote oogenblik, toen rolden de Canadeesche pantserwagens, de zware vrachtauto’s, de jeeps en de motorfietsen in een lange rij Maassluis binnen. En op al die voertuigen, daar zaten zij, naar wier komst we zoo lange, lange jaren hebben uitgezien.”

Bovenstaand citaat komt uit ‘Het Laatste Nieuws’ van 9 mei 1945, een regionale verzetskrant die werd uitgegeven door de Maassluis afdeling van de Binnenlandse Strijdkrachten. Het is de eerste alinea van een artikel over de binnenkomst van Canadezen.

De Canadese Luitenant-kolonel G.A. Turcot en zijn adjudant kapitein P.A. Tremblay.

Dinsdagmorgen 8 mei 1945 rond half negen kwamen er via Maasland twee Canadese Jeeps Maassluis binnengereden. In één van de de Jeeps zat de Canadese Luitenant-kolonel G.A. Turcot en zijn adjudant kapitein P.A. Tremblay. Bij Huis ter Lucht in Maasland hadden zij een Maassluizer aangesproken en hem gevraagd hun de weg te wijzen naar het Hoofdkwartier van de plaatselijke afdeling Binnenlandse Strijdkrachten (B.S.) in Maassluis.

Bij het Hoofdkwartier (gevorderd kantoor Witol) aan de Heldringstraat aangekomen heette Mr. Gerrit Wagner, lid van de Staf Binnenlandsche Strijdkrachten, de Canadese commandant van harte welkom. “Dat we na al die jaren van wachten thans buiten onszelf zijn van vreugde. En dat u ervan overtuigd zult zijn, dat het opschrift van de u aangeboden krans: “We are very glad, onze diepste gevoelens vertolkt.” Hierna overhandigde hij Luitenant-kolonel Turcot een bloemkrans met een wel grappig detail. Een krans voor bevrijdende Canadezen, maar versierd met de Britse, Amerikaanse en Russische vlag.

Midden Luitenant-kolonel Turcot met rechts van hem Wagner en links van hem hoofdonderwijzer Booster als Franse tolk.

Luitenant-kolonel Turcot dankte Wagner voor de hartelijke welkomstwoorden en de bloemenkrans. En zei hem: “Noch in Italië, Frankrijk of in België, kregen wij zo een geweldige ontvangst als in uw gemeente!” Vervolgens ging het gezelschap gehaast naar de woning van den heer Gaasbeek aan de Haven, waar burgemeester P.A. Schwartz tijdelijk verbleef na zijn terugkeer in Maassluis op 6 mei. Hier werd besproken waar de 850 man van het Canadese Royal 22e Régiment, die binnen een paar uur zouden arriveren, zouden worden ingekwartierd. Luitenant-kolonel Turcot benadrukte dat de Maassluise bevolking absoluut geen last zou mogen ondervinden van de Canadese inkwartiering. Dus geen ontruiming van huizen, zoals ze dat vijf jaar lang gewend waren! In goed overleg werden de panden van de Verenigde Touwfabrieken hiervoor aangewezen.

Het 22e Regiment rijd vanaf de Noordvliet NZ het terrein van de Vereenigde Touwfabrieken op.

Rond twaalf uur volgde inderdaad zo’n 850 man van het Canadese Royal 22e Régiment, ze kwamen via de Noordvliet Maassluis binnenrijden. Het regiment kwam rechtstreeks uit Nijkerk, waar zij tijdens de Duitse capitulatie op 5 mei waren geweest. Tijdens de intocht werden de Canadezen van alle kanten door de uitzinnige Maassluise bevolking bestormd en bedolven onder een bloemenregen. Ook tijdens hun verblijf op het terrein van de Verenigde Touwfabrieken werden zij belaagd door de Maassluise bevolking die maar wat graag op de foto wilde met de bevrijders. Ook hadden de jonge militairen behoorlijk wat belangstelling van de Maassluise jonge dames.

Later die middag werd Luitenant-kolonel Turcot en zijn adjudant kapitein Tremblay nogmaals ontvangen op het Hoofdkwartier van de Binnenlandse Strijdkrachten aan de Heldringstraat. Zij werden hier voorgesteld aan de overige leden van de Staf en dronken zij een borrel om het te vieren. De Canadezen zijn nog vier dagen gebleven in Maassluis, waarna zij vertrokken richting Naaldwijk.

Wie was nu eigenlijk Luitenant-kolonel Turcot, de bevrijder van Maassluis?
Laten we eens meer informatie zoeken over Luitenant-kolonel Gilles-Antoine Turcot. Hij was de zoon van een huisarts in Québec Canada en werd geboren op 9 december 1917. Hij studeerde aan het Séminaire de Québec en bezocht de Université Laval. In 1935 meldde hij zich bij het leger aan en kwam zodoende bij Les Voltigeurs de Québec.

Vanaf 1938 was hij verbonden aan de Royal 22e Régiment. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak in 1939, besloot hij hier actief aan deel te gaan nemen met al zijn ervaring die hij ondertussen had opgedaan bij het Royal 22e Régiment. Hij diende in Engeland, Sicilië en Italië, waar hij de functie bekleedde van compagniescommandant. Turcot raakte in juli “43 gewond tijdens ‘Operatie Husky’, de geallieerde landing in Sicilië. Toen zijn regiment werd overgebracht naar Noordwest-Europa, werd hij gepromoveerd tot Luitenant-kolonel en benoemd tot commandant, een functie die hij bekleedde tot aan het einde van de oorlog op Europese bodem. Bij zijn terugkeer naar Canada, vormde hij een nieuw regiment en ging hiermee naar Japan.

Na de oorlog bekleedde de heer Turcot diverse militaire posities. Zo was hij o.a. lid van het Canadian Army Command and Staff College in Kingston, Ontario. Bekleedde hij diverse hoge functies op het hoofdkantoor Canadian Forces in Ottawa en bracht hij drie jaar door in Londen Engeland. Tijdens de “Koude Oorlog” was hij als Canadees verbindingsofficier lid van de Western Union Defence Organization (WUDO). Was lid van de Joint Service Defence College (JSDC) in Latimer Engeland. Maar de heer Turcot was ook de eerste Canadese officier op de positie van commandant van het Supreme Headquarters Allied Powers Europe (SHAPE) van de NAVO in Seckenheim Duitsland.

In september 1959 werd hij bevorderd tot Brigadegeneraal en benoemd tot commandant van de 41e Groupe-brigade du Canada in Calgary. In mei 1974 werd hij benoemd tot Kolonel van het Royal 22e Régiment, een positie die hij bekleedde tot het einde van zijn actieve militaire carrière in 1978.

In 1973 werd de heer Turcot gevraagd om mee te helpen aan de organisatie van de Olympische Spelen Montreal in 1976. Hij werd directeur Algemene Diensten van het organiserend Comité en managede zodoende tussen 1973 en 1976 zo’n 13.000 mensen. Later is de heer Turcot is ook nog voormalig nationaal voorzitter van het Last Post Fund en voormalig nationaal voorzitter van het Canadian Corps of Commissionaires geweest.

De heer Turcot had buiten de slechte en heftige ervaringen ook veel goede herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Hoewel hij later veel heeft gereisd, ook naar Italië, is hij nooit meer teruggegaan naar Sicilië waar hij gewond raakte.

Prinses Margriet en Gilles-Antoine Turcot op 4 mei 2010. (foto: Veterans Affairs Canada)

In mei 2010 was de heer Turcot voor de laatste maal in Nederland ivm de 65-jarige herdenking van de Tweede Wereldoorlog. Prinses Margriet heeft hem toen de eerste Commemoration Medal 1945-2010 uitgereikt. De Commemoration Medal 1945-2010 is een speciale herdenkingsmedaille die wordt toegekend aan geallieerde veteranen. Het is een initiatief van het Nationaal Comité Thank You Canada & Allied Forces.

De heer Turcot en zijn vrouw Helène Mitchell (in 2000 overleden) trouwden in 1949, zij hadden twee dochters, vier kleinkinderen en een achterkleinkind. De heer Turcot woonde tot het einde van zijn leven in Magog Québec, Canada waar hij graag wandelde, golfde en genoot van het gezelschap van paarden.

Luitenant-generaal Gilles-Antoine Turcot overleed op 15 December 2010 op 93-jarige leeftijd. Tijdens zijn militaire begrafenis in de St. Patrick Church in Magog sprak Majoor-generaal Alain Forand, huidig Kolonel van het Royal 22e Régiment: “Turcot was een bijzonder leidinggevende, zowel in oorlog- als in vredestijd. Hij was een groot man die zijn leven had toegewijd aan zijn land, het leger en aan het regiment.”

Onderscheidingen:

  • Order of Canada
  • Order of Military Merit (Canada)
  • Canadian Forces Decoration
Met bijzondere dank aan:
  • Mrs Marie-Hélène St-Cyr Prémont, Le Musée Royal 22e Régiment – Québec, Canada

Gepubliceerd op:

dinsdag 27 december 2011