Donderdag 22-10-1942 ben ik, als verplicht tewerkgestelde voor Duitsland, met ruim 80 anderen onder controle van Gewestelijk Arbeidsbureau, Politie en Feldgendarmerie, per trein vanuit Maassluis op transport gesteld naar Bremen. Bedrijfsadres: Borgward Automobielwerke, Föhrenstrasse 16 Bremen-Hastedt. Aankomst Bremen plm 2230u 22-10-1942.
Door op het station aanwezige bedrijfspolitie onder veel “Loos-Loos” geschreeuw overgebracht naar het verblijfadres Lager Riensberg in Bremen-Horn. Een aantal houten barakken zwaar omheind met prikkeldraad en met absoluut minimum aan sanitaire en andere voorzieningen.
De eerste 9-10 maanden mocht er, door een zgn. ‘Ausländerverbot’ geen gebruik gemaakt worden van de tram, later alleen als er staanplaats was. Je had een ‘Aufenthalt-Ausweis’ dat alleen geldig was in Bremen, kwam je daarbuiten dan werd dat gezien als een vluchtpoging, je werd ‘Eingesperrt’ en kwam niet meer terug.
Zaterdag 5-6-1943 ontruimd en door de Bedrijfspolitie overgebracht naar Lager OGO in de Förenstrasse Bremen-Hastedt. Ook dit Lager, een leegstaande verdieping van een Koffiebranderij was niet berekend op de legering van plm 200 man, slecht en vies.
Dinsdag 8-8-1944 ook dit Lager ontruimd en verhuisd naar ‘Lager Weserlust’ aan de Osterdeich in Bremen-Hastedt. Lagering en voeding was in handen van Borgward. Alle ‘voorzieningen’ in deze Lagers waren schandalig en slecht en de ‘voeding’ vanuit de Centrale ‘Keuken’ van Borgward was minimaal en slecht.
In Dec. ‘44 en Jan-, Febr-, Mrt- ’45 elke Zondag verplicht puinruimen in de binnenstad van Bremen, onder bewaking van bewapende leden van de ‘Volksstürm’ van 0800u tot 1230u. Bij terugkomst in de Lager kreeg je een stempel op je etensbon. Zonder stempel geen eten die dag. Enkele keren per dag werd het Lagerdoorzocht op ‘werkspijbelaars’. Gedurende bijna 32 maanden in nacht dienst moeten werken van 1800u tot 0600u, van Zondagavond 2000u tot Zaterdagochtend 0600u, dit komt neer op plm 11250 arbeidsuren.
Eind Mrt’45 met een aantal anderen, door de Organisation Todt uit het Lager opgehaald een meegenomen naar een O.T Lager in de buurt van Syke en van daaruit ingezet, mede onder dwang van Wehrmacht en SS, bij het herstellen van de schade aarde spoorbrug over de Weser, bij Kirchweyhe, en delen van de spoorlijn Osnabrück-Bremen. Daarbij voortdurend belaagd door ‘diepvliegers’ van de RAF. ‘s-Avonds terug naar het Lager voor een schep ‘eten’, het enige dat je per dag kreeg.
Over het aantal bombardementen op Bremen dat we in deze 32 maanden ook nog over ons heen hebben gehad zullen we het maar niet hebben, niet te tellen.
Op 16 April 1945 in het frontgebied, in de buurt van Bassum, door Engelse troepen bevrijd en later via Rheineen Kevelaer naar Eindhoven vervoerd. Weer in Maassluis op 12 juni 1945.