Blokkade schepen in het Scheur

Zondag 3 september 1944, in Maassluis dringen de berichten door dat Brussel is bevrijd door Britse troepen. De dag erop krijgen de Britten zelfs de haven van Antwerpen onbeschadigd in handen. ‘s Avonds maakte Radio Oranje de verwarring nog groter door te berichtten dat Breda bevrijd was, dit zou uiteindelijk pas op 29 oktober gebeuren. De inwoners van Maassluis waren in een uitgelaten bevrijdingsstemming. Men was ervan overtuigd dat de geallieerden binnen een paar uur in Rotterdam zouden zijn en dan was Maassluis natuurlijk ook dichtbij. Ook de Duitsers, NSB’ers en collaborateurs raken behoorlijk nerveus van de situatie. Maar het Duitse Oberkommando der Wehrmacht bleef rustig en reageerden met een tegenoffensief. Met als resultaat een historische dinsdag 5 september 1944, die later bekend zou komen te staan als ‘Dolle Dinsdag’.

‘Dolle Dinsdag’ bleek een teleurstellende dag, want de geallieerde troepen kwamen ‘nog’ niet. In de dagen erop kwamen de Duitse troepen en een gedeelte van de gevluchte NSB’ers zelfs weer terug naar Maassluis. En de sfeer was er niet beter op geworden. De gebeurtenissen zouden aanleiding zijn voor het Duitse oppercommando om vervelende maatregelen te nemen in onze regio.

Hitler zelf was op 4 september zo geschrokken, dat de Britten de Antwerpse haven onbeschadigd hadden kunnen innemen, dat hij direct het bevel had gegeven om de havens van Rotterdam en Amsterdam vernielen. Een op zich logisch bevel, want na Antwerpen zouden deze Nederlandse havens ook een belangrijk doelwit voor de geallieerden kunnen zijn.

Het is dinsdagmorgen 19 september, als bij de Admiral in den Niederlanden von Rundstedt het bevel binnen komt om direct te starten met de vernieling van de Rotterdamse haven. Meer dan 13 kilometer aan kademuren werd verwoest, hijskranen, scheepswerven, machinefabrieken vernield en er werden brandstoftanks in de brand gestoken. In Maassluis waren dagenlang de explosies te horen en waren de rookpluimen te zien.

Maar ook was er het Duitse bevel om met behulp van blokkadeschepen een versperring op te werpen in het Scheur, de toegang tot de Rotterdamse haven. De meest geschikte locatie voor deze blokkade zou volgens de Kriegsmarine zijn nabij Maassluis, ten hoogte van de Boonersluizen.

Links de Zuiderdam en rechts de Dinteldijk.

Op bevel van Von Rundstedt werd er gekeken welke schepen er in de regio beschikbaar waren voor de blokkade. De Duitsers kwamen uit bij de ZUIDERDAM en de WESTERDAM, beide schepen met elk een gewicht van 12.150 brt. De schepen waren in aanbouw op de werf van Wilton-Fijenoord Schiedam in opdracht van de Holland-Amerika Lijn (HAL). Ook van de HAL was het in 1921 gebouwde ms DINTELDIJK (9.399 brt.). Het ms BAUD (4.200 brt.), was in aanbouw voor de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij (KPM). En het laatste schip wat ze zouden gebruiken was het ms PRINS WILLEM V (1.525 brt.), welke in aanbouw was voor de Oranje lijn.

Verzetskaart 295 van 8 januari 1945.

Op 22 september 1944 liet de Duitse Kriegsmarine het eerste schip afzinken. Het casco van de ZUIDERDAM was gevuld met grind en puin en zonk langs de Maassluise noordelijke oever met lichte slagzij over bakboord. De volgende dag werd de DINTELDIJK uit de Rotterdamse haven naar Maassluis gesleept. Ook dit schip dreef naar de Maassluise oever, waar het zonk en vlak daarna achter de brug in tweeën brak. De versperring was na het afzinken van de twee schepen zeker nog geen succes te noemen. Zodoende werd een week later, op 5 oktober, de in aanbouw zijnde PRINS WILLEM V meer richting Rozenburgse oever tot zinken gebracht en alleen de masten staken nog boven water uit. Het casco van de BAUD werd ook bij de zuidelijke oever tot zinken gebracht en deze kwam uiteindelijk met zijn voorsteven tegen het midden van de vaargeul te liggen. Met als resultaat dat er een gat in de versperring openbleef van zo’n 80 meter.

Het enige schip in de Rotterdamse haven die dit gat zou kunnen dichten was de WESTERDAM. Deze was voor de oorlog door de HAL bij Wilton-Fijenoord in Schiedam besteld en zou in 1940 in de vaart genomen moeten zijn. Maar door het uitbreken van de oorlog was het schip niet op tijd klaar. Op 22 mei 1940 brak er brand uit aan boord, die veel schade veroorzaakte en zodoende kon de opleverdatum niet gerealiseerd worden. Een jaar later op 8 maart 1941 werd besloten om de bouw maar helemaal stil te leggen en lag het schip aan de Wilhelminakade, op voltooiing te wachten. Vlak na ‘Dolle Dinsdag’ en de daaropvolgende vernielingen hadden leden van het verzet met een vooruitziende blik de buitenboordafsluiter opengezet en zonk de het schip naar de bodem van de haven. Op 13 september 1944 werd de WESTERDAM door de Duitsers geconfisqueerd. Deze kwamen er al snel achter dat het verzet enkel de buitenboordafsluiter had opengezet. Zij draaiden deze dicht en pompten het schip leeg waardoor de WESTERDAM weer begon te drijven. De Duitsers maakten het schip in orde om te gebruiken als laatste blokkadeschip, om zodoende het Scheur af te sluiten. Ze sleepten het schip van de Wilhelminakade naar de Merwehaven waar de ruimen werden volgestort met beton. Hier bleef de WESTERDAM liggen onder zware bewaking totdat het naar Maassluis gebracht zou worden.

Van den Tak’s Bergingsmaatschappij in 1946 bezig met de Zuiderdam.

Maar ondanks de zware bewaking kreeg de illegaliteit, op verzoek van de geallieerden die op de hoogte waren van de plannen, het toch voor elkaar om de WESTERDAM voor de derde maal te laten zinken. Dit deden zij in de nacht van 16 januari 1945 door het aanbrengen van magnetische limpet-mijnen op de scheepswand, welke door een tijdsontsteker tot ontploffing werden gebracht. Dankzij deze heroïsche daad van het verzet bleef de vaargeul in het Scheur nabij Maassluis open tot het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Direct na de bevrijding werd de blokkade door de Britse Genie verbreed door het opblazen van de BAUD. En op 17 mei 1945 begon Van den Tak met de berging van de vier schepen.

Bronnen:
  • B.P.M.M. Hoogewegen – De lange, lange oorlogswinter te Rotterdam
  • Jac J. Baart – Rotterdam Oorlogshaven – Walburg Pers (Zutphen 2010)
  • John Prooi – Rozenburg in oorlogstijd 1939-1945 – Rijpsma Drukkers (Rozenburg 2000)
  • Archieven van Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH)
Afbeeldingen:
  • NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
  • Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH)
  • Historische Vereniging Maassluis (HVM)

Gepubliceerd op:

donderdag 30 juni 2011