Op 3 januari 1944 kwam Generalfeldmarschall Erwin Rommel naar Nederland om de inundatie te bespreken met de Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden (WBN) Friedrich Christiansen. De Duitsers bereidden in Nederland twee inundatielijnen voor, de Hintere Wasserstellung en de Vordere Wasserstellung.
De Hintere Wasserstellung, volgde het traject van de Oude Hollandse Waterlinie. Deze verdedigingslijn was vooral bedoeld om een mogelijke aanval van de geallieerden uit het oosten van Nederland te verhinderen.
De Vordere Wasserstellung liep van Edam, langs de forten van de Stelling van Amsterdam, naar Alphen aan den Rijn, Gouda en Rotterdam.
Het eerste inundatiebevel kwam op 11 februari 1944 en tot half maart kreeg de bewoners in deze inundatiegebieden de tijd om te vertrekken. Met name de gebieden in Noord-Holland en Zuid-Holland zouden onder water komen te staan door het open van sluizen en het stilzetten van de gemalen.
Maassluis lag helaas in de Vordere Wasserstellung en op 9 maart 1944 kondigde NSB-burgemeester Barend ten Dam in een publicatie aan:
“Een deel van de Sluispolder, gelegen buiten de bebouwde kom, moet worden verlaten voor zoover de onderwaterzetting van het betreffende perceel noodig maakt’.”
Hierop kwam natuurlijk een hoop protest en de Maassluizers kregen het bij de burgemeester voor elkaar dat hij op 15 maart 1944 wederom een mededeling publiceerde waarin stond:
“OPROEP aan de burgerij dat bij de inundatie van de Sluispolder het bewoonde gedeelte van dien polder slechts door opwerpen van een aarde dam tegen overstrooming kan worden beveiligd. Vrijwilligers kunnen zich aanmelden, secretarie van des middags 2-3 uur. Een ieder toone burgerzin, vele handen maken den arbeid licht.”
De Maassluizers reageerden massaal op de oproep, maar aangezien er wegens de Arbeitseinsatz (verplichte tewerkstelling in Duitsland) in Maassluis weinig mannen tussen de 18 en 50 jaar meer waren. Werd het meeste werk gedaan door jongens en oudere mannen, bijgestaan door meisjes en vrouwen. Het dijkje kreeg nog een behoorlijke lengte: vanaf de Zuidvliet nabij de r.-k. Schuurkerk langs de achterzijde van de oude r.-k. begraafplaats via de Landstraat en de Van der Horststraat naar de WSM- stoomtramdijk, de huidige Laan 1940-1945.
Van 12 tot 18 april 1944 lieten de Duitsers de Sluispolder volstromen vanaf het inlaatpunt nabij de Wippersmolen. Het harde werken van de Maassluizers werd beloond, want het dijkje bleek succesvol en de huizen en voeten bleven droog.
De Sluispolder heeft een ruim jaar onder water gestaan, maar direct na de bevrijding is op 10 mei 1945 gestart met het leegpompen hiervan. Dat leegpompen heeft wel even geduurd, want in het begin zakte het water maar 1 cm in de vier uur. Later ging dat sneller en na een paar weken was de Sluispolder weer ‘droog’.