Henk heeft zijn periode in Duitsland opgeschreven in een klein dagboekje, formaat 135 x 55 mm en met 132 pagina’s. Dit dagboekje heb ik mogen inzien en de geschreven tekst getranscribeerd om deze hier beschikbaar te maken. De tekst plaats ik nagenoeg in zijn authentieke tekstvorm, zonder al te veel redactie. Wel heb ik om het een en het ander duidelijker te maken wat extra uitleg tussen [ blokhaakjes ] geplaatst.
Zaterdag 6 januari 1945
De mededeling gepubliceerd dat alle mannen van 17-40 jaar zich moeten melden voor de Arbeidsinzet. Ik ben vast besloten om niet te gaan
Zondag 7 januari 1945
Ben gaan twijfelen om mij toch maar te gaan melden. Eens deels uit angst voor razzia en verders omdat dan mijn gezin goed verzorgt zal worden.
Maandag 8 januari 1945
Ben mijn ’s middags gaan melden. Het was zoo druk dat de aanmeldingen tot ’s avonds 10 uur moesten doorgaan. Kreeg de mededeling dat ik ‘s morgens 10 uur op de Markt aanwezig moest zijn. Algemeen verkeerde men in de meening dat wij een toespraak zouden krijgen daar niet gesproken werd over wat meebrengen. Voorzichtigheidshalve toch maar koffer gepakt.
Dinsdag 9 januari 1945
Ben naar de Markt gegaan op klompen, geen bagage daar ik van meening was dat ik over een uurtje toch wel weer thuis zal zijn. Na een uurtje toch maar zekerheidshalve toch maar mijn koffer gaan halen en had het geluk van brood te kunnen koopen. Op de Markt aangekomen mocht men daar niet meer af zoodat ik nu bang werd dat het verkeerd ging loopen. Mijn moeder waar ik nog geen afscheid van genomen had op het laatste nippertje toch nog gezien. Tevens bracht mijn vrouw nog een deken mee gelukkig. Bij het vertrek ontstond nog eenige vroolijkheid doordat een der Duitsers die ons begeleide riep “Pack Auf” het geen betekend Pak op nemen. Velen begrepen het verkeerd en namen hun pet af. Hierna gingen wij in rijen van vijf op mars waarbij zich hartverscheurende tooneelen afspeelden. De goed stemming was er bij sommige alweer spoedig in en onder het zingen van “Dat we toffe jongens zijn” werd verder gemarcheerd. Op de hoogte van de vergulde hand ontstond eenige opschudding toen een boer daar brood uitdeelde. Onze begeleider vond het noodig voor dit feit in de lucht te schieten. Om ongeveer 4 uur kwamen wij aan in een school in Schiedam. En wij werden met ongeveer 80 man in een lokaal gestouwd. Na eenige uren kregen wij een zeker soort uiensoep en de mededeling dat wij om 6 uur verder zouden gaan. Hier kwam niets van omdat er geen trein beschikbaar was. ’s Avonds kregen wij 1000 gram brood en een ½ pond goede worst. Voor zoover wij ruimte hadden maakten wij het ons zoo gemakkelijk mogelijk door op de koude stenen vloer te gaan zitten. ’s Nachts hebben wij met toestemming van de de Duitsers de kachel aangemaakt en opgestookt met schoolbanken. De nacht die wij met een zelf meegebracht klein lichtje moesten doorbrengen duurde eindeloos.
Woensdag 10 januari 1945
Toen de morgen aanbrak kregen wij van de Schiedamsche bevolking de hartelijkste medewerking in de vorm van talrijke kopjes koffie. Al spoedig kwamen ook nog vele familieleden van ons met pakjes en zoovoort. Doordat de waterleiding bevroren was konden wij ons niet wassen. Dit was echter het ergste niet. Erger was het met de WC’s gesteld. Doordat deze nu verstopten ontstonden er vreselijk vieze toestanden. De gangen waren al spoedig een urine-stront-poel waar wij tot ons enkels in stonden pootje baden. De lucht die er heerste werd op den duur ontdragelijk. Toen de bezoekers wat te talrijk werden werd er ’s middags regelmatig in de lucht geschoten. Eenige van onze zagen kans om te ontsnappen. Een leuk moment was het toen een van onze jongens die in het bezit was van een krullebol en een doekje daarover en daardoor nog al op een meisje leek door de wachtdoende soldaat buiten de deur werd gezet omdat de vrouwen ‘Er Aus’ moesten.
’s Middags kregen wij uienpap. ’s Avonds kregen wij ± 500 gram brood en weer ½ pond worst. Wij besloten om maar gauw te gaan slapen en legden ons maar plaat op de vloer. Ik had het geluk om op een schoolbord te kunnen liggen. Om 11 uur kregen wij de mededeling pap halen. Toen wij deze pap die werkelijk goed was op hadden en weer onder de wol lagen moesten wij “Er Aus” en ons gepakt naar de ingang te begeven. Hierna gingen wij in mars loop om ± 12 uur naar het station van Schiedam. Dat de stemming al minder werd bleek uit het feit dat er nu gezongen werd. Jij moet niet huil nie, jij moet niet treur nie. Op het station werden wij in goederen wagons geladen. In sommige wagons lag stroo anderen daarentegen werden met ± 70 man volgestuwd die deze gehele tijd van Schiedam naar Amsterdam een rit van 6 uur konden staan. De koude was ontdragelijk. Tevens werden vele door het eten van de worst onpasselijk of gingen aan de diaree. Als spoedig werden de wagons dan ook ergelijk bevuilt. Regelmatig werd onder het rijden de deur open geschoven en liet men zijn broek maar weer zakken. Hoewel er ook bij waren die meenden dat het ook wel in de wagon kon gebeuren. Deze macht duurde eindeloos maar eindelijk arriveerden wij toch op onze bestemming [ Amsterdam ].
Donderdag 11 januari 1945
Nadat wij tot 10 uur hebben loopen blauwbekken op het Centraal station werden wij verblijd met de mededeling. Pan halen voor koffie. Wij gingen met het gehele gezelschap naar beneden in de stationshal waar wij toen opgestelt werden waarna een controle gehouden werd voor het overnemen der persoonswijs nummers. Dit duurde van 10 uur tot 3 uur. De tonelen die zich daar afspeelden waren om nooit meer te vergeten. Velen zakten op het laatst gewoon in elkaar. Daar er ook weer velen waren die een groote of kleine boodschap moesten doen, ontstond er een rommel en een lucht die niet te beschrijven is. Niemand had een hap eten bij zich daar wij onze bagage in de trein moesten laten liggen. En over koffie werd niet meer gesproken. Hier werden daarna bij alle de beroepen geschift en werden de zeevarenden er uitgehaald. Daarna kregen wij een schep soep en werd kuch voor 3 dagen, ± 1500 gram uitgerijkt. De Nederlandsche volksdienst zorgde voor ongeveer 2 ons worst en 2 ons kaas. Hierna werden wij weer in de wagons geladen en vertrokken spoedig daarna met bestemming ‘Weenen’ volgens de leiding. Ook deze nacht werd weer veel kou gevoelt en werkte de worst ook weer voortreffelijk zoo dat ook deze nacht niet veel geslapen werd.
Vrijdag 12 januari 1945
Toen het daglicht begon door te dringen bemerkten wij dat de Nederlandsche grens achter ons lag en dat wij ons op Duitschen bodem bevonden. De reis werd met regelmatige tusschenpoozen onderbroken voor welk oponthoud regelmatig gebruik gemaakt werd om even langs de lijn te gaan zitten en even onze behoeften te doen. Regelmatig kon men dan ook een groot aantal edele deelen tegelijk aanschouwen. Op een moment was iemand die er te lang overdeed om zijn broek op te halen. Wij hebben hem, en hij zijn goed niet meer gezien. Al spoedig werd er een hevige dorst geleden daar de drinkwater voorziening helemaal vergeten was. ’s Morgens kregen wij de eerste staaltjes van bombarderen te zien. Op de Kloeke fabrieken, een fabriek ongeveer zoo groot als Maassluis dit gelegen is in Osnabrück werd geen steen op den ander gelaten. Toen de dorst ’s avonds ontdragelijk werd en onze begeleider zei dat we dan maar moesten gaan liggen slapen begon men eraan om aan de ijzeren handvaten der wagon te likken. Eindelijk werden wij om 2 uur in de nacht verrast met koffie van het Rode Kruis. Een kop koffie zonder suiker werd nog nooit met zooveel vreugde begroet als juist in die lijdensuren. Verder werd de nacht zoo nu en dan onderbroken door gesnik van een kleine jongen die zijn moeder niet kon vergeten. Hoewel er ook wel ouderen geweest zulle zijn die aan hun huis en warmen bed gedacht zullen hebben.
Zaterdag 13 januari 1945
De laatste dag die wij hopelijk in de wagon doorbrengen is nu aangebroken. Wij zullen onze werkkring in West Falen [ Westfalen ] krijgen zoo men zegt. ’s Morgens staan wij op het station en maken van de gelegenheid gebruik om ons voor de eerste maal sinds Dinsdag wat te wassen en te scheren. Heel lang duurde dit feest echter niet want onze soldaat kreeg al spoedig weer een rotbui en snauwde instijgen kakkerlakken. Voor ons gezicht kregen de soldaten der SS een soort pap die er lekker genoeg uitzag. Voor ons was er natuurlijk weer niet bij. Die soldaten hadden het echter ook al niet naar hun zin. Ze moesten naar het front tegen de Yankee’s vechten. Er waren er bij die geen pap meer kregen daar het op was. Ze hadden echter geen moed genoeg om daar wat van te zeggen. Na een poosje gerangeert te hebben werden wij op een station weer gesorteert er werden een hondert man afgehaald voor verschillende bedrijven. Onze wagon bleef echter bijeen. Laat in den middag kregen wij ons eerste luchtalarm. Wij hebben echter geen vliegtuigen gezien. Hierna kregen wij een portie soep die wel warm, maar niet voedzaam was. Ongeveer 8 uur werden wij naar Nord Heim [ Northeim ] gereden en kwamen na veel rangeren om 11 uur in onze bestemming aan. Wij hebben toen een poosje in een wachtkamer van het station gezeten, en werden daarna na de cantine van een spoorwegloods gebracht. Hier wachtte ons een gamel warme peen en knollensoep waar wij ons genoeg aan konden eten. Daarna zijn wij ons in de wasgelegenheden gaan wassen waar stromend warm water was. Hier fristen wij ons heerlijk op en maakten ik meteen van de gelegenheid gebruik om mijn onderbroek te wassen. Hierna hebben wij nog een poosje in het lokaal zitten dutten en praten, waar het heerlijk warm was zoodat ook deze dag weer omgegaan was.
Zondag 14 januari 1945
Nadat wij dien nacht enige uren op de tafels en banken hadden doorgebracht brak onze eersten Zondag aan in den vreemden. Wij zouden ‘s morgens om zeven uur afgehaald worden en naar bestemming gebracht worden dus maakten wij dat wij gereed stonden. Onderwijl maakten wij kennis met een aantal Hollanders die hier werkten en natuurlijk zeer nieuwsgierig waren hoe het er in Holland naar toe ging. Hierna hebben wij zitten wachten, maar niemand kwam er die ons afhaalde. Gelukkig kwam eindelijk de verbindingsman. Deze was een echte partijman, maar een reuze kerel. Wat die allemaal voor ons gedaan heeft is buitengewoon. En die kom werkelijk wat bereiken ook. Al de Hollandsche jongens die hier waren prezen hem. En toch kon hij de waarheid ook zeggen hoor. ’s Middags kregen wij hier eten van de fabriek en zijn wij een beetje het terrein gaan verkennen. Het is hier een soort kolenlaadplaats voor locomotieven. Er is een remise voor een 36 locomotieven. Een machtig bedrijf. [ Reichsbahn Betriebswerk Northeim ] ’s Middags zijn we de stad ingegaan. Het is hier een mooi oud stadje wij zijn in een hotel wezen eten, maar dat eten was niet veel bijzonder. Watersoep vooraf en daarna een slaadje van 2 aardappelen met een biet en een beetje kool. En toen nog een glas appelwijn. Dat was wel lekker maar nog al waterig. Wij zijn toen mar naar ons tijdelijk verblijf terug gegaan en zijn maar weer op de tafels gaan liggen. Het was knap hard maar het is hier lekker warm. Alleen worden we een beetje hongerig want alleen een prakje kregen we weer met roode kool van drie aardappelen. Maar de jus is lekker hoor. Er zit ook vleesstukjes in. Ik heb nog een stuk kuch bewaard maar de anderen waren niet zoo gelukkig.
Maandag 15 januari 1945
Wij hebben weer een stijf lichaam van het liggen op de banken en we gaan maar weer zitten wachten. Maar met werk schijnt hier geen haast te wezen. Nu daar zijn wij dan ook niet voor gekomen hoor. Wij gaan nu maar weer op eten zitten wachten. Wij schijnen gewoon vergeten te zijn. ’s Middags kregen wij soep van peen en knollen maar het hielp meer voor den dorst dan voor den honger. Wij werden nu als arbeider ingeschreven en moesten bij een Duitser die wij niet verstonden formulieren in het Duitsch die wij niet konden lezen onderteken. Daarna kregen wij 15 mark voorschot voor den eersten onkosten. Eindelijk tegen 6 uur kregen wij onze eigen distributiebonnen en door de hulp van den goede voorman konden wij na sluitingstijd toch nog brood halen. Dat brood was zeer lekker. Ook kregen wij een Arbeitskart wat voor velen een uitkomst was. Wij waren nu in een goed stemming en kregen ’s avonds opdracht om in hotel “De ossenkop” te gaan slapen. Hier stonden bedden gereed met stroozakken maar er brandde geen kachel. Dus nu lagen wij wel zachter maar lang niet lekker want het vroor zachtjes.
Dinsdag 16 januari 1945
Nadat wij ons in het fabriekslokaal waren warmen gingen wij dezen morgen naar het politiebureau waar wij als tijdelijk burger worden ingeschreven. Hier worden alle gegevens zooals geboorte van ouders en kinderen genoteerd. Hierna werden de inkoopen gedaan. Op onze bonnen kunnen wij bekomen 2250 gram brood 170 gram boter 375 gram vlees, griesmeel, kaas, 175 gram jam, 225 gram suiker per week en 15 sigaretten. Ook kregen wij nog zeep en zeeppoeder en 3 kg aardappelen. Van deze bonnen moesten wij een gedeelten af staan als wij van de fabriekskeuken wilden eten. Dit is echter niet verplicht. In deze keuken moeten wij voor 6 x 1 liter warm eten inleveren 100 gram brood 100 gram vlees en 20 gram boter of vet en 250 gram griesmeel. Hierna gingen wij eten. Een soep van uitsluiten savoiekool. ’s Avonds hetzelfde menu. Daar onze barak nog niet klaar was moesten wij weer in ”De ossenkop” gaan slapen maar mochten kolen meenemen en de kachel aanmaken. Hier sliepen ij voor het eerst sinds een week eens lekker. Alleen kregen wij ’s avonds luchtalarm dat bijna den geheelen nacht duurde. Het licht moet dan uit. Ik was net aan het stoppen zoodat ik de stopnaald moest laten zitten. Wij hoorden heele formaties vliegtuigen overgaan maar bommen worden in den omtrek niet gegooid.
Woensdag 17 januari 1945
Dien nacht tamelijk warm gelegen op de stroozakken. ’s Morgens naar de fabriek terug om zich te wassen. Nog steeds geen werk. Stad ingeweest en cigaretten gekocht. Ook een doosje lucifers kunnen krijgen. Hierna eten. Soep vooraf. Daarna twee aardappelen met jus. Nog een portie genomen. Nog honger. Boterham genomen. ’s Middags weer van nachtverblijf veranderd. Slapen nu op stroo in de schuilkelder van de fabriek. Lekker warm. ’s Avonds met een Pool gesproken die hier al 5 jaar was. Hoopt dat de krieg over 4 maanden afgeloopen is.
Donderdag 18 januari 1945
Vannacht in het stroo in de schuilkelder geslapen. ’s Morgens een jasje voor het werk gehad. ’s Middags aan den arbeid begonnen. Kolenscheppen bij de kolen bergen. ’t Werk viel wel mee maar erg koud.
Vrijdag 19 januari 1945
Vandaag weer in de kolen gewerkt. Van middag bij den kachel gezeten wegens sneeuwstorm. Geen bijzonderheden.
Zaterdag 20 januari 1945
Vandaag een werkpak ontvangen. Mooi weer geweest en prettig gewerkt. 20 Cigaretten geruild voor 2 kilo brood.
Zondag 21 januari 1945
Vandaag moeten werken. ’s Avonds heeft de vader van onze ploeg Jan de Werker, onze jongste kameraad genaamd “Ketelbinkie” zijn hoofd gereinigd. Het was wel eenigszins noodig want volgens de gegevens waren er gezinnen met dertig kinderen bij.
Maandag 22 januari 1945
Vandaag een vrije dag gehad. Doorgebracht met foto laten maken voor paspoort en aardappelen koken. Verder 15 cigaretten geruild voor 1500 gram brood en 5 cigaretten verkocht voor 10 mark. 2 Liter melk gekocht.
Dinsdag 23 januari 1945
Vandaag 20 cigaretten geruild voor 2 kg broodbonnen zoodat ik nu weer flink bevoorraad ben. Door het gebruik van 2 Liter melk en 2 Liter soep flink aan de diaree geweest. Wegens verre afstand naar de WC mijzelf bevuild. Broek moeten uitwassen met warm water. Laten drogen en weer aangetrokken.
Woensdag 24 januari 1945
Vandaag een der verschrikkingen van den oorlog gezien. Er passeerde een trein met ongeveer 64 wagons met gevangen Russinnen. Deze werden vervoerd in open wagons welke stampvol waren zoodat zij persé moesten staan. Dit vervoer geschiede bij een temperatuur van ± 10 graden voorst. Verders een locomotief uit onze remise beschoten door een vliegtuig. Machinist gedood. Stoker er afgesprongen.
Vrijdag 26 januari 1945
Vandaag een heerlijke pudding gekocht van griesmeel en veel suiker en stroop. ’s Middags in een sneeuwstorm gewerkt maar 4 uur gelukkig al klaar.
Vrijdag 2 februari 1945
Vandaag de verjaardag van Jo. Daardoor veel aan thuis gedacht. Meest droevig gestemt door het krantenbericht dat het broodrantsoen tot 500 gram vermindert is. Ons wekelijks rantsoen bedroeg 150 gram boter, 220 gram brood, 125 gram griesmeel, 15 cigaretten, 62 ½ graam kaas 450 gram vlees 62 ½ gram kaas 225 gram suiker 175 gram stroop ½ ons koffie, 3 kg aardappelen. ’s Avonds voor het eerst in de ploegen gewerkt van 1 tot 10 uur.
Zaterdag 3 februari 1945
Vandaag voor het eerst ‘s nachts gewerkt. ’s Avonds veel lichtkogels in de lucht door geallieerde vliegtuigen.
Donderdag 8 februari 1945
Vandaag een vrije dag gehad. ’s Middags uitbetaling van loon. Ontvangen over 15 Jan – 31 Jan. 101,66 – 15 = RM 86,66
Maandag 12 februari 1945
Vandaag een vrije dag gehad. En een heel goede ook. Om 7 uur zijn wij kolen gaan zoeken uit den sintels. Die heb ik geruild voor 1250 gram brood. Waaronder eenige boterhammen met een soort smeerworst ½ blikje ± 250 gram worst 4 etensbonnen voor de keuken, en een paar sokken en 7 KG aardappelen. En toen twee lekkere borden met soep. Dit is dus een heel goede dag geweest.
Zondag 18 februari 1945
Vandaag is het weer een vrije dag. Ik begin al aardig aan het leven hier te wennen. Ik heb van de week aardig wat cokes kunnen ruilen en zit dik in de brood bonnen en aardappelen. Ik heb er van de week flink van gegeten. Ruim 4000 gram brood. ± 7 KG aardappelen ± 17 porties soep 3 porties pap, en de noodige gekookte knollen. Ik mag dus heusch niet klagen over de voeding.
Maandag 19 februari 1945
Vandaag hebben wij onze eerste extra toelage kaart ontvangen voor lange arbeid. Deze geeft recht op het koopen van 900 gram brood 200 gram worst en 20 gram vet. Benevens het kopen van 6 porties soep uit de keuken. Met het sintels zoeken erbij hebben wij nu dus flink te eten. Iederen avond koken wij pelkartoffelen. Dat zijn aardappelen die in de schil gekookt worden en daarna geschild.
Dinsdag 20 februari 1945
Vandaag zijn wij ’s avonds een zak sintels weg wezen brengen en daarvoor zijn wij bij mensen wezen eten. Wij zijn met zijn tweeën onthaald op pelkartoffelen met boerekool en pudding met rabarber toe. En bovendien koffie voor en na. Wij hebben ons goed vol kunnen eten bij een heerlijk stukje radiomuziek. Het was wel jammer dat Hilversum niet meer te hooren was. Maar wel was de B.B.C. er met Little man your have a bussienes day.
Dinsdag 22 februari 1945
Vandaag (mijn 31e verjaardag) is een van de meest bewogen dagen van mijn leven geworden. ’s Morgens ben ik verhuisd naar een vier persoonskamer die op de boven verdieping lag. Toen ik om 12 uur kwam eten kwam ik al tot de ontdekking dat er van mijn brood gestolen was. Dat was nog maar een begin van de emoties. Om ± 1 uur kwamen er bij groot alarm vele formaties groote bommenwerpers over. Wij deden toen het meest verkeerde wat wij in dit geval konden doen. Wij gingen ze vlak bij de locomotieven staan tellen. Toen wij er een kleine 200 hadden geteld besloten we om maar naar beneden in onze schuilkelderslaapplaats te gaan. Wij waren er net toen begon de ellenden. Hevige dreunen kondigden een bombardement aan. Daar wij de schuilkelder niet meer vertrouwden besloten wij om maar het land te vluchten. Ik was het laatste die de deur uit rende. Ik was nog geen 10 meter buiten toen de bommen op onze fabriek begonnen te vallen. Ongeveer 20 meter van mij af viel een bom die een gat maakte van 15 Meter middellijn. Of ik tegen de grond geslagen werd of dat ik mij liet vallen weet ik niet meer. Maar ik lag plotseling plat voorover. Overal om mij heen huilden de bommen neer. Het eenige wat ik kon doen toen het puin begon te vallen was te bidden dat ik nog eens veilig thuis mocht komen. Toen ik dacht dat mijn einde gekomen was hield het lawaai op en dorst ik weer om mij heen te kijken. Het was een vreselijk gezicht. De heele locomotievenloods en de fabriek was een groote puinhoop geworden. Op sommige plaatsen waren groote gedeelten vast locomotieven 300 meter weggeslingert. Eenige van onze Hollanders waren in de schuilkelder gebleven. Plotseling kwam er een groot gat in het dak. Terwijl in de kelder meteen water ging stroomen. Het gat dat in het dak van de kelder was gemaakt bleek te zijn ontstaan door een blindganger van 250 KG. Deze blindganger werd pas den volgende dag gevonden. ’s Nachts hadden wij er weer rustig onder liggen slapen. Bij de opruimings werkzaamheden kreeg ik de hersens van een omgekomen machinist op mijn schop. Volgens de eerste berichten waren er op de baan 12 en in het dorp ongeveer 30 dooden. Er waren onder de slachtoffers geen Hollanders te betreuren. Van de baan.
[ In de ochtend van 22 februari 1945 stegen 31 B-24H Liberators van de 392nd Bomb Group op vanaf RAF Wendling in Engeland. Hun oorspronkelijke doel was om een rangeerterrein in Nordhausen te bombarderen vanaf een extreem lage hoogte van 6000 ft (±1800 meter). Dit was nog nooit eerder gedaan en voorafgaande de vlucht was al duidelijk dat het een gevaarlijke missie zou worden. Dit kwam doordat de vliegtuigen op zo’n lage hoogte zeer kwetsbaar zijn voor de FlaK. Vanwege slecht zicht op hun doel in Nordhausen, als gevolg van rook, koos de groep ervoor om hun verwoestende lading te laten vallen op het rangeer terrein in Northeim. ]
Zaterdag 24 februari 1945
Vandaag wordt aan de opruimingswerkzaamheden deel genomen door krijgsgevangen waaronder ook Hollanders waren. Deze hadden natuurlijk veel te vertellen en waren optimistisch gestemt over den oorlog. Wij krijgen nu ook een zoogenaamd bombardements toeslag bestaande uit twee cigaretten en twee boterhammen met worst per dag. Tevens is het eten in de keuken zonder bon en van goede kwaliteit.
Donderdag 1 maart 1945
Nog steeds puin ruimen. Het gaat er nu wel weer een beetje op lijken. Door het bombardement heb ik een vergunning gekregen voor een overhemd en een paar sokken. Verder is het eten in de keuken gewoon op de bon.
Zondag 4 maart 1945
Vandaag hoorden wij een vrije dag te hebben maar wegens het bombardement moeten wij gewoon werken. Trouwens alle bewoners van het dorp moeten werken. Maar dat mag niet hinderen want we trekken vreeselijk de lijn. Vanavond zijn we bij mensen in het dorp voor een zak cokes wezen eten. Gebakken aardappelen met doperwten. Waar zal je hebben. Verder kunnen wij ons weer behoorlijk wassen, zoodat ook dat weer opgelost is.
Maandag tot Zaterdag en Zondag 5-11 maart 1945
Deze week zijn de rantsoenen voor ons vermindert. De extra kaarten voor langen arbeid die wij kregen zijn ons weer ontnomen. Hopen wij dat de krieg er ook een goeden stoot in de goeden richting door gekregen heeft. Verder heb ik no eten volop daar het ruilen van cokes gewoon door gaat. Deze week heb ik ook weer mijn maandgeld ontvangen. Het eindbedrag was RM 166,68. Zaterdagavond ben ik bij zeer aardige mensen wezen eten. Eerst lekker dikke soep toen een half ei. Een kop zoete melk. En daarna pelkartoffelen met een lekkere jus. Verder kreeg ik ook nog een stukje spek mee. Zondag die een vrije dag was heb ik mijn ondergoed gewassen zoo goed en zoo kwaad als het ging. ’s Middags heb ik een diner gegeten dat ik niet eens helemaal opkon. In de keuken kreeg ik bij 2 porties pelkartoffelen met peentjes 2 flinke balletjes gehakt. Waarschijnlijk in verband met de “Heldengedenkdag” die vandaag herdacht werd. Wij hadden de man er zelf nog ± 1 ½ KG aardappelen bij gekookt zoo dat de kat niet met onze leege maag zal wegloopen. Tevens heb ik er mijn spek bij gebakken. Verder moet ik ook vanavond weer uit eten, zoo dat ik er niet slecht opsta. Ook heb ik deze week voor twee pakjes tabak ongeveer 5 KG suiker geruild zoodat ik nu ook wel een zoet bakje koffie kan nemen. Deze week hebben wij weer een nieuw tabak rantsoen gehad zoodat ook dat weer voor de ruilhandel bestemt kan worden.
Donderdag 15 maart 1945
Vandaag hebben wij onze lange arbeidskaart weer ontvangen en wel van twee weken tegelijk zoodat er een soort feeststemming heerste welke tegen de avond weer bedorven werd door de mededeling dat wij morgen in Nord Housen [ Nordhausen ] ontluist moeten worden en dat wij dan ’s avonds meteen naar een nieuwe barak in het Swelle Lager gaan. Dit ontluizen is nodig omdat Ketelbinkie tamelijk veel luizen heeft. De andere jongens hebben er nog geen last van. Maar als voorzorg maatregel moeten toch ook de anderen gereinigt worden. Er zijn hier ook weer tien Franse jongens bijgekomen die vlak bij het Rijnfront gezeten hebben. Deze zijn 15 dagen komen loopen en komen nu ook hier werken. Dezen hebben ook al veel meegemaakt en sommigen zijn al vijf jaar hier. Wij gaan vroeg naar bed want wij moeten morgen om 5 uur al op het station wezen.
Vrijdag 16 maart 1945
’s Morgens om 5 uur waren wij met als ons goed op het station en om half zes vertrokken wij. Met moeite vonden wij een zitplaats en het was er zeer koud aangezien er eenige ramen in de trein ontbraken. Na eenige uren door een mooi landschap gereist te hebben kwamen wij om 9 uur in Nord-Housen [ Nordhausen ] aan. Na wat zoeken vonden wij de sanitater die meer op een stoker dan op een dokter geleek. Hij had een gewoon werkjasje terwijl zijn gezicht nog vuiler was als het mijne. Ons goed werd met zak en al in een soort van warme lucht kamer opgehangen en na een uurtje was de reiniging gebeurt. ’s Avonds gingen wij weer met de trein huiswaarts en deze reis is gewoon niet te beschrijven. Wij stonden gewoon twee hoog in de trein. Als hij beschoten had geworden was de ramp niet te overzien geweest. Toen wij ’s avonds laat in Nord Heim [ Northeim ] weer aankwamen wachten ons een nieuwe des illusie. In plaats van een mooie barak wachtte ons een barak zonder kribben, zonder licht, zonder water, WC op 50 M afstand. Wij zijn deze nacht maar gewoon op het beton gaan liggen. De andere dag waren wij natuurlijk zoo stijf als een plank. Wij zijn echter niet zoo gek geweest om te gaan werken.
Zaterdag 17 maart 1945
Vandaag zijn wij onze nieuwe woning zoo’n beetje gaan inrichten. Wij hebben nog geen stroozakken maar wel stroo zoodat wij maar zoo de stroo in de krib gooien. Wij hebben veel te weinig ruimte en als je wil gaan zitten moet je op je bed gaan zitten. Licht is er nog niet. Wel een kachel. Wij gaan dus maar met het donker naar bed. Ook moeten wij nu 2x per dag een half uur loopen daar de barak een eind van het werk aflicht. Dit is echter wel beter met het oog op de luchtaanvallen. Het cokes zoeken zal nu wel afgeloopen zijn daar er nu weinig tijd meer over is, terwijl er ook niet veel cokes meer komt.
Zaterdag 24 maart 1945
Vandaag mij 2e bombardement mede gemaakt. Ik moest ’s middags werken van 1-10. Om 9 uur kwam er groot alarm. Toen wij er een kwartiertje waren vielen er enige bommen waaronder er een tamelijk dichtbij. In de schuilkelder waren wij met ± 5 mannen en ± 5 vrouwen en kinderen. Aan zenuwen geen gebrek natuurlijk. De schade viel nogal mee en er waren geloof ik geen slachtoffers.
Vrijdag 30 maart 1945
Vandaag heb ik weer een vrije dag. Deze week heb ik drie nachten gewerkt. De nachten worden onrustig vanwege de vliegtuigen. Bij alarm loopt alles weg. Vooral nu volgens d geruchten het front steeds dichterbij komt en de Geallieerden nog maar een goede 100 KM bij ons vandaan zijn. Er komen hier veel vluchtelingen. Wij hebben voor de pasen bonnen gehad voor 5 eieren. Ik heb voor een pakje tabak nog 4 eieren geruilt zoodat ik 9 eieren kan eten.
Pasen 1945
Deze paaschdagen die ik voor het eerst in de vreemden doorbrengt doen mij veel aan thuis denken. Veel weemoedige gedachten waarin ik mij afvraag hoelang nog. Er komen hier steeds meer opgejaagde vluchtelingen en soldaten. Wij vragen ons af hoe lang nog en de krieg gaat maar steeds door. Wat zullen ze thuis doen en hoe zal de toestand zich daar ontwikkelen. Het anders zo feestelijk klaargemaakte Paaseten zullen ze wel moeten missen. Mijn voedsel had ik hen graag willen geven. Ik moest 1e paasdag werken maar ’s avonds heb ik eieren gebakken en de 2e paasdag morgen heb ik uien gebakken en slagroom gemaakt. Maar ik had dat alles graag willen geven om maar eventjes thuis te zijn. In de keuken heb ik ook nog een ons gebakken spek gekregen bij het roode kool en pelkartoffelen maaltje. Maar ik ga steeds meer in zien dat huiselijke gezelligheid nooit te vervangen is. Velen van ons gaan al voorbereidingen maken om bij gunstige gelegenheid er tusschen uit te knijpen. Ik ben besloten om maar zeer kalm af te wachten en niet te haastig te zijn. Wel heb ik mijn goed al eenigszins in orde gebracht om eventueel te verdwijnen. Hopelijk doe ik het op het gunstigste moment. Dat God mij ook in deze moeilijke gevallen nabij mag wezen en mij geleiden.
Vrijdag 6 april 1945
Vandaag de oorlogsellende pas goed begonnen. ’s Middags eerst een zwaar bombardement. In ons Lager eenige barakken getroffen. Tevens bom op een schuilkelder. Vele Russen, waaronder vrouwen en kinderen gedood. Onze barak geen schade. Ben ’s nachts in een schuur gaan slapen. Een van onze jongens gewond. Hopelijk niet ernstig.
Zaterdag 7 april 1945
Daar het gebied Hannover omsingelt schijnt te zijn worden de levensmiddelen die nog in de stad zijn verdeelt. Per hoofd hebben wij recht op 2 KG bloem, 2 KG grutten, ½ fles wijn, 2 KG suiker, kaakjes, 1 KG Kersthoning, 2 L blikgroeten, vruchten en kaas. Verder hebben wij een dubbele tabak rantsoen. De sigaretten en sigaren chocolade en suiker wordt door de soldaten gewoon verdeelt. Plotseling ± 11 uur bommenwerpers boven de stad. Door de drukte in de winkels heerste een paniekstemming. Hevig bombardement. Vele branden overal langs de spoorlijn. Wagons met munitie getroffen. Hevige steekvlammen. Branden in onze Lager. Onze barak gespaart. ’s Middags weer winkeldrukte. 6 Uur weer hevig bombardement. Nu ook bommen in de stad gevallen, Vele branden. Van ons geheele Lager van ± 20 barakken. Alleen de onze blijven staan. Ben ’s avonds naar de bossen gegaan en slaap daar nu op een bank in een open tuinhuisje.
Zondag 8 april 1945
Het front komt steeds nader. Vanmorgen werden alle in de stad aanwezige voorraden gewoon uitgedeelt. Men sjouwde met groote kisten sigaren, tabak, sigaretten en chocola. ’s Middags bombardement waargenomen op een naburig dorp. ’s Avonds gewoon in het bosch geslapen in een hut van takken en groen.
Maandag 9 april 1945
De partijleden smijten alles uit de ramen. Vandaag weer een uitdeling aan de burgers, 300 cigaren gekregen, 2 pakjes schag en een doos sigaretten. ’s Middags naar het goederen baanhof geweest met een paar man. Een pot smack, een pot boter voor allemaal een handdoek en een stukje zeep. Tegen den avond soep gekookt op een houtoventje daar iemand een doos gedroogde soep meegenomen had. ’s Ochtends ± 6 uur de meest spannende oogenblikken in mijn leven zijn aangebroken. Het front is nu zoo dicht genaderd dat wij onze uren voor de bevrijding geloof wel kunnen tellen. Overal hooren wij de granaten inslaan. Het zijn zeer emotionele momenten. Ik moet veel aan thuis denken. Hopelijk spaart God mij en brengt mij nu weer veilig en spoedig bij Jo en Pietje en de vaders en moeders.
Dinsdag 10 april 1945
Deze nacht zijn de eerste Amerikanen de stad binnengetrokken. De Duitsers boden geen tegenstand en lieten hun wapens overal liggen. Langs de wegen lag het vol met geweren, mitrailleurs, panzervuisten enz. In de stad was het gewoon een chaos. Alle partij huizen werden gewoon geplundert. Men liep tot de knieën in de erwten. Pakken meel, blikken vlees en groenten. Doozen soeppoeder. Alles volop. Ook wij zijn volop aan het roven gegaan, Dekens, schoen, levensmiddelen, wijn, sigaren. ’s Avonds hebben wij een gezellig avondje gehouden wegens de bevrijding. Zang en voordracht. Vooral toen de fles rondging. Wij aten volop boterkoek en tulband met smak. Wij konden gewoon niet meer. Wij waren nauwelijks in staat om onze slaapplaats in de tent van boomtakken en groen terug te vinden. ’s Nachts waren er velen knap beroerd maar de bevrijding is ons reusachtig meegevallen.
Verzoek bij ongeval of dergelijke terug bezorgen.
H de Jong
Arie Krijgsmanstraat 11
Maassluis Nederland