George M.C. Ort – de NSB-burgemeester van Maassluis

George Marinus Cornelis Ort werd op woensdag 6 december 1899 te Magelang in Nederlands-Indië geboren. Hij was de 2e zoon van George Marinus Cornelis Ort en Albertina Gerbendina Dieuwertje Schrok. Het gezin Ort bestond uit drie kinderen, Albert, George en Johan. George zijn vader was Kapitein Infanterie in het Oost Indisch Leger, maar ging met vervroegd pensioen. Waarschijnlijk in verband met de studie van de drie jongens en zijn gezondheid.

Nederlands-Indië en zijn eerste huwelijk
George was een vriendelijke meegaande man en daardoor behoorlijk beïnvloedbaar. George Ort werd officier in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Met een keurige staat van dienst, begonnen als aspirant Vaandrig 6e Regiment der Infanterie en maakte een carrière tot 2e Luitenant bij het Wapen der Infanterie. In Magelang leerde George Cornelia Petronella (Nelly) Clignett kennen en in december 1922 verloofden zij met elkaar. Een jaar later op 20 november 1923 trouwde het stel in Magelang. Uit dit huwelijk kwamen twee dochters Tineke en Oel. Het huwelijk van George en Nelly hield niet lang stand en het echtpaar scheidde in 1929.

Zwitserland en Lottie
Vlak na zijn scheiding van Nelly werd bij George tuberculose geconstateerd. Door de tuberculose werd hij afgekeurd en moest zodoende het Koninklijk Nederlands Indisch Leger verlaten. In augustus 1929 vertrok hij samen met zijn oudste dochter Tineke uit Medan terug naar Nederland om hier behandeling te krijgen voor de TBC. Samen met Tineke kreeg hij onderdak bij zijn ouders in Den Haag. Voor de behandeling van de TBC moest hij naar Davos (Zwitserland). In Davos werd Tineke opgevangen door Grietje Oldenboom, de directeur van het sanatorium. Tijdens zijn verblijf in het sanatorium leerde George een leuke hulpverpleegster kennen, Charlotte (Lottie) Hanselaar, en werd op haar verliefd. Op woensdag 2 juli 1930 trouwden George en Lottie in Den Haag. Na hun huwelijk gingen George en Lottie terug naar Davos en gingen daar wonen. Tineke kwam in eerste instantie ook weer thuis bij haar vader wonen. Maar Tineke en haar stiefmoeder Lottie konden helaas niet met elkaar opschieten en daardoor is Tineke weer bij de directeur van het sanatorium gaan wonen. Maar dit was natuurlijk ook niet de meest ideale situatie en zodoende heeft de directrice Tineke in 1933 teruggebracht naar haar moeder en haar zusje, die toen op dat moment in Den Haag waren.

Trouwfoto George en Charlotte.

Weer in Nederland
Na een aantal jaren in Davos keerden het echtpaar Ort terug naar Nederland. Hier kregen zij een dochter en drie zonen. George ging in Amsterdam aan het werk bij het Gemeentelijk bureau voor Maatschappelijke steun (Sociale Dienst). En vanaf oktober 1933 in Yerseke als volontair in diverse functies en verhuisde het gezin Ort naar Ovezande in Zeeland. Na zijn opleiding in Yerseke werd George in juli 1936 aangesteld als burgemeester-secretaris in Driewegen, deze functie vervulde hij tot mei 1941.

NSB-burgemeester in Maassluis
Zoals al eerder gezegd George was behoorlijk beïnvloedbaar en zodoende werd hij in 1939 lid van de NSB. Op 21 mei 1941 werd hij door de Reichskommissar für die besetzten niederländischen Gebiete Arthur Seyss-Inquart aangesteld als opvolger van Pieter Abraham Schwartz, burgemeester van Maassluis. Burgemeester Schwartz was door de Höherer SS-und Polizeiführer Hanns Albin Rauter, de hoogste vertegenwoordiger van de SS ontslagen in verband met het fluitincident op 13 mei 1941. In eerste instantie werd hij aangesteld als ‘Regeeringscommisaris’ maar deze functie werd op 12 september 1942 weer opgeheven en was hij weer enkel burgemeester van Maassluis. Op 18 augustus 1942 werd hij ook aangesteld als burgemeester van Rozenburg.

Het gezin Ort betrok bij aankomst in Maassluis eerst een woning aan de Noordvliet nummer 145. Maar in september 1942 kregen zij een prachtig huis aan de Burgemeester v.d. Lelykade 3. Het gezin had daar niet lang het rijk alleen want eind 1942 werd er een Oberarbeitsführer van de Reichsarbeitdienst bij het burgemeesters gezin ingekwartierd.

Het overlijden
Op dinsdagavond 25 mei 1943 had het echtpaar Ort een feestje bijgewoond in gezelschap van een aantal Duitse officieren. Bij thuiskomst ontstond een flinke woordenwisseling Tussen George en zijn echtgenote over het vrijpostige gedrag van Charlotte die avond. De woordenwisseling ontaardde in het trekken van een vuurwapen door George. De al eerdergenoemde Oberarbeitsführer probeerde de situatie samen met een Duitse soldaat te sussen. Maar dat mocht niet lukken en de soldaat heeft toen gericht op George geschoten, die daardoor dodelijk getroffen werd. Huisarts Melchior werd er nog bijgehaald maar die kon niets meer doen voor George. Na korte tijd overleed burgemeester Ort, in de vroege morgen van 26 mei 1943, ten gevolge van de verwonding in zijn borst.

George Marinus Cornelis Ort is in Maassluis begraven.

Het graf van George. M.C. Ort op de Algemene Begraafplaats.

Charlotte en de kinderen
De rol van de Charlotte na het overlijden van George is vreemd en bedenkelijk. Charlotte ging regelmatig van vroeg tot laat de hort op, de verantwoordelijkheid voor de kinderen overlatend aan de kinderjuffrouw. Op een avond in november 1943 kwam de voormalige kinderjuffrouw Rietje langs en trof de broertjes alleen thuis in verwaarloosde toestand. Zij sprak bezorgd met haar moeder over wat er moest gebeuren met de drie kinderen. Rietje’s moeder zei haar de kinderen op te halen en mee te nemen naar huis. De drie jongens Ort werden in het gezin van Rietje haar ouders opgevangen, alsof het hun eigen kinderen waren. De vader van het Rietje had een steenkolenzaak en was lid van de NSB.

Na de dood van George moest Charlotte het huis aan de Burg. v.d. Lelykade 3 verlaten. Zij ging naar Rotterdam op zoek naar werk en woonruimte. Maar zou terugkomen voor de kinderen, helaas voor de kinderen liep het anders. In 1944 kwam een maatschappelijk werkster op bezoek bij Rietje’s familie om de Ort kinderen te vertellen dat hun moeder was gearresteerd wegens het aanzetten tot ontucht. Charlotte Hanselaar werd op 9 juni 1944 veroordeeld tot 9 maanden gevangenisstraf werd zij ingesloten in de strafgevangenis aan de Noordsingel te Rotterdam.

Charlotte werd op 16 september 1944 weer vrijgelaten, één dag voor de nationale spoorwegstaking. Met de laatste trein vóór die staking kwam ze naar Maassluis. In Maassluis bleef Charlotte enige dagen bij de gastvrije familie van Rietje. Maar kreeg alweer snel genoeg van het geheel en regelde een lift met een groenteschip naar haar zus Prommel-Hanselaar in Den Haag. Twee weken later stond zij onverwacht op de stoep om haar oudste zoon op te halen. Ze gingen samen terug naar Den Haag en logeerden enige tijd bij haar zus.

Met Sinterklaas 1944 stonden Charlotte en de oudste zoon wederom onverwacht kleddernat voor de deur bij de Rietje’s familie in Maassluis. Ze waren door het slechte weer van Den Haag naar Maassluis gelopen. De familie Prommel wilde niets meer met Charlotte te maken hebben en had hun de deur gewezen. Ze liet haar oudste zoon weer achter bij Rietje’s familie met de belofte om met Kerstmis terug te komen naar Maassluis. Maar zoals te voorspellen was, ze zou nooit meer terugkomen.

Rietje’s familie kreeg begin januari 1945 een brief van Charlotte waarin ze schreef: “Ik zie in Nederland geen mogelijkheden meer en ga naar Duitsland”. Daarna is er nooit meer contact geweest met Charlotte. Pas in 2017 hoorde de familie dat ze hertrouwd was met een Amerikaans militair die ze in Berlijn had ontmoet en met hem mee naar Amerika is gegaan alwaar zij in 2000 in Las Vegas is overleden.

Rietje en haar familie hebben voor de drie broers gezorgd tot september 1948.

Met dank aan:

  • Dhr. R.G. Ort – Voorhout
  • Stadsarchief Vlaardingen/Maassluis – Vlaardingen
  • NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, Amsterdam

Gepubliceerd op:

maandag 25 april 2011