Klaas de With werd op woensdag 23 juni 1915 geboren te Oudenrijn, als zoon van Jan Florus de With en Klaasje de With-Heijboer. Het gezin de With bestond uit acht kinderen. Klaas was de tweede zoon en was er één van een tweeling (het echtpaar de With kreeg driemaal een tweeling), zijn zus Grietje was een kwartiertje ouder. Klaas groeide op in Oudenrijn en Harmelen.
Naar alle waarschijnlijkheid heeft Klaas na zijn schooltijd eerst een aantal jaren agrarisch werk gedaan. Hij heeft hier in 1934 ook een cursus voor gevolgd. Echter het werken op het land of in de kas was niet zijn ding en hij had er zeker geen zin in om dit de rest van zijn leven te blijven doen. Politieagent, dat trok hem wel, maar voor de oorlog waren er nog geen politiescholen zoals nu. Zonder aanstelling bij een politiekorps kon hij dus niet gaan studeren voor het politiediploma. Waarschijnlijk heeft Klaas ‘ergens’ gesolliciteerd voor politieagent bij een politiekorps en kon hij zo starten met zijn opleiding. Door zelfstudie en het volgen van cursussen behaalde hij op vrijdag 27 oktober 1939 het examen voor het politiediploma van de Algemene Nederlandse Politiebond.
Gemeentepolitie Groningen
Met zijn diploma op zak ging Klaas op 15 april 1940 in dienst bij de gemeentepolitie Groningen. Hij was dus een paar weekjes werkzaam bij de Groningse politie toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak.
Veel politieagenten keken in de eerste bezettingsmaanden de kat uit de boom. In die eerste maanden veranderde er ook nog niet zo heel veel en leek de Nederlandse politieleiding baas in eigen huis te blijven. Maar dat veranderde in opdracht van Arthur Seyss-Inquart, de Reichskommissar für die besetzten niederländischen Gebiete. Toch snel kwam de Nederlandse politie onder Duits bevel te staan en sindsdien moesten Nederlandse politieagenten ook optreden tegen Nederlanders. Er waren politieagenten die actief met de bezetter samenwerkten, maar er waren er ook die tegenwerkten.
Klaas de With was er zo één. Hij behoorde tot die laatste categorie. In zijn aantekeningen lezen wij in een stukje tekst uit 1973, dat hij in die eerste oorlogsjaren in Groningen hulpverleende aan mensen die door de Duitsers waren gearresteerd en op het Groningse politiebureau verbleven. Zo hielp hij mee aan het binnen smokkelen van berichten en voedsel voor de arrestanten. Ook waarschuwde hij Groningers die op het punt stonden om gearresteerd te worden.
Op vrijdag 31 december 1943 werd in Groningen de politieman Anne Jannes Elsinga geliquideerd door de ondergrondse. Elsinga was lid van de NSB en hoofd van de Bijzondere Recherche. Hij was een overtuigd antisemiet en zeer bezeten van vervolging. Hij werd doodgeschoten in opdracht van de leiding van de plaatselijke LO-LKP, nadat Elsinga erachter was gekomen wie de personen achter de illegale krant Trouw in Bedum (GR) waren. Klaas schrijft hierover in zijn persoonlijke aantekeningen: “In 1943 werd een NSB-politieofficier door de ondergrondse doodgeschoten. De nacht daarna volgde een razzia van de Duitsers, waarop verschillende vooraanstaande Groningers werden vermoord en gearresteerd. De door mij gewaarschuwde Dr. Jak en Dr. Timmersma te Groningen ontkwamen hieraan omdat zij die nacht niet thuis waren.”
Gemeentepolitie Maassluis
Waarschijnlijk werd hierdoor de Groningse grond te heet onder zijn voeten en heeft hij overplaatsing gevraagd naar Maassluis om op maandag 1 mei 1944 in dienst te treden bij het Maassluise politiekorps. Deze stond vanaf zaterdag 4 september 1943 onder leiding van de foute korpschef Filip Caspers. Caspers was lid van de NSB, van het Rechtsfront en van de Germaansche SS.
Klaas kon een hospitakamer huren bij mejuffrouw de Rijke in de M.H. Trompstraat 10, een zijstraat van de Fenacoliuslaan.
In september 1944 kreeg Klaas opdracht van korpschef Caspers om voor de Duitsers Maassluizers te arresteren die ingezet zouden worden voor de Duitse Arbeitseinsatz. Klaas kon zich hier uit principe niet in vinden en besloot om onder te duiken.
Verzetsgroep Groot-Ammers
Klaas had familie van moederskant wonen in de Albrandswaard en zo belandde hij op de boerderij van zijn opa Heijboer in Groot-Ammers. Zijn neef Klaas Heijboer, die ambtenaar was op de gemeentesecretarie in Goudriaan en ook nog thuis woonde, was betrokken bij de ondergrondse in deze regio. Zodoende kwam Klaas in contact met de Verzetsgroep Groot-Ammers. Deze was onderdeel van de knokploeg van de Alblasserwaard, de KP Sliedrecht.
De Landelijke Knokploegen (LKP) in de Alblasserwaard verzorgden onder meer ‘crossings’ van geallieerde militairen door de Biesbosch naar het bevrijde Zuiden. Eén van die militairen was de Britse Generaal John Hackett. Hij was tijdens operatie ‘Market Garden’ op maandag 18 september 1944 gewond geraakt. In februari 1945 bereikt Generaal Hackett veilig Lage Zwaluwe, waarmee een ‘veilige’ route was ontstaan om de ondergedoken piloten vanaf de Veluwe via een crossing over de Lek bij Langerak naar het bevrijde zuiden te brengen. Uiteindelijk weten de leden van de verzetsgroep Groot-Ammers zo’n 46 geallieerde militairen in kano’s naar Lage Zwaluwe in bevrijd Nederland te brengen.
Bij deze verzetsgroep kreeg Klaas de verzets- of schuilnaam ‘de Grim’, maar al snel zou hij beter bekend worden als ‘de Lord’. Hij had deze bijnaam gekregen na een overval waar hij bij betrokken was en waarbij ze moesten vluchten voor de Duitsers. Toen de politie de volgende dag getuigen ondervroeg, vertelde één van hen dat één van de overvallers er uitzag als een ‘Lord-Lister’ figuur en daar bedoelde hij Klaas mee. Lord Lister was een personage uit een langlopende pulp verhalenbundel geschreven door Kurt Matull en Theo von Blankensee. De verhalen van Lord Lister waren in heel Europa populair. De Nederlandse editie liep bijna zeshonderd afleveringen lang, elke week een nieuw boekje. Zo werd de bijnaam van Klaas ‘de Lord’.
In deze verzetsgroep ontmoette Klaas ook Jacob Huisman (verzetsnaam Nico). Het was een bijzondere ontmoeting, want beide mannen kwamen uit Maassluis én werkten bij de gemeentepolitie Maassluis. Jacob was op maandag 10 april 1944 – Tweede Paasdag – betrokken bij de LO-LKP overval op het distributiekantoor aan de Fenacoliuslaan in Maassluis. Sindsdien was Jacob ondergedoken en was via Maasland en Berkel en Rodenrijs uiteindelijk in oktober 1944 in zijn geboortedorp Giessendam terechtgekomen. Hier vond hij via de LO-LKP onderdak op de boerderij van de familie Schakel. Hun zoon Maarten Schakel (verzetsnaam Jan Snor), die later nog voor de ARP en het CDA in de Tweede Kamer zat, was de compagniescommandant van de 6e compagnie der Nederlandsche Binnenlandsche Strijdkrachten (BS). Hij bood Jacob een rang aan binnen de BS. Dezelfde BS waar Klaas sinds september 1944 actief was als Groepscommandant.
Jacob was op 10 april gevlucht uit Maassluis en Klaas was ‘drie’ weken later in Maassluis gekomen. Best bijzonder, twee politieagenten uit Maassluis, die elkaar niet eerder hadden ontmoet om vervolgens in de Albrandswaard te gaan samenwerken in het verzet.
Op maandag 8 januari 1945 werkte Klaas, samen met Jan de Heer, mee aan de bevrijding van de Dordtse verzetsvrouw Lenie Dicke (verzetsnaam Lize) uit het huis van bewaring in Dordrecht aan de Doelstraat. Lenie onderhield nauwe banden met de Lekgroep. Op woensdag 3 januari was ze door de Duitsers gearresteerd en voor verhoor overgedragen aan de Sicherheitsdienst (SD), die haar insloot in een cel van de Dordtse gevangenis. Het verzet plande een bevrijdingsactie voor de nacht van vrijdag 5 op zaterdag 6 januari. Deze actie moest worden afgeblazen, omdat in de buurt van het huis van bewaring was ingebroken. Hierdoor waren veel Duitse soldaten op straat, wat het risico op mislukking te groot zou maken. Met een groep van dertien personen vond de bevrijding een dag later alsnog plaats in de nacht van zondag 7 op maandag 8 januari. Bij deze overval had men twee man in Duitse uniformen nodig. Die uniformen waren in het bezit van de verzetsgroep Groot-Ammers en werden tijdens de actie gedragen door Jan en Klaas.
Nederlandsche Binnenlandsche Strijdkrachten (NBS)
Een paar weken voor de bevrijding werd het nog even heel spannend. Op woensdag 25 april 1945 wordt bij een controle op persoonsbewijzen door de SD in Groot-Ammers compagniescommandant Maarten Schakel gevangengenomen. Bij de controle droeg Maarten een wapen op zak en had illegale ‘Telex’ krantjes bij zich. De SD bracht hem naar het politiebureau in Schoonhoven, waar hij werd ingesloten. Gelukkig zag een ander lid van de groep, Barth Lieffering (verzetsnaam de Kuif) het allemaal gebeuren en waarschuwde Klaas en de rest van de Lekploeg. Klaas begrijpt dat er snel gehandeld moet worden en er werd een plan gemaakt om Maarten uit de politiecel te bevrijden voordat de SD hem aan het praten kon krijgen. Met de medewerking van een goede politieman lukt het de groep om eigenlijk heel eenvoudig en zonder geweld Maarten te bevrijden.
Politieke Opsporingsdienst (POD)
Na de bevrijding was het dagelijks bestuur van Nederland in handen van het Militair Gezag (MG). Het Militair Gezag vroeg in juni 1945 Klaas, ook vanwege zijn politie achtergrond, om mee te helpen als Chef van de Politieke Recherche voor de Politieke Opsporingsdienst (POD) in het district Dordrecht met als standplaats Gorinchem. Deze afdeling had als opdracht het opsporen van en onderzoek te doen naar ‘foute elementen’ in de Nederlandse samenleving gedurende de Duitse bezetting. Dit waren voornamelijk NSB’ers en leden van mantelorganisaties van de NSB, Nederlandse SS’ers en vrijwilligers in Duitse dienst en verraders van ondergedoken joden en verzetsstrijders.
Gemeentepolitie Gorinchem
Een jaar na de bevrijding, op vrijdag 1 maart 1946, wordt de staat van beleg opgeheven en maakt het Militair Gezag weer plaats voor een burgerlijk bestuur. De politie moet nu de opsporing van foute Nederlanders overnemen van de POD, maar vanwege personeelstekorten komt die taak nog even in handen van de gerechtshoven die met de vervolging worden belast: Amsterdam, Den Haag, Den Bosch, Leeuwarden en Arnhem. De ervaren opsporingsambtenaren komen in dienst van zogeheten Politieke Recherche Afdelingen (PRA’s) die aan de gerechtshoven worden gekoppeld. Ook komt er een speciale dienst voor het opsporen van economische collaborateurs.
Hier wordt Klaas ook voor gevraagd en hij start op maandag 1 juli 1946 in de functie van Politiek Rechercheur bij de Gemeentepolitie Gorinchem. Klaas zal deze functie vervullen tot september 1948.
Weer in Maassluis
Ruim drie jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog komt Klaas de With op vrijdag 1 oktober 1948 dan eindelijk naar Maassluis. Niet meer alleen, want Klaas is in 1946 getrouwd met Jannie Bareman en hebben in Gorinchem twee dochters gekregen, Carla en Ank. Het gezin gaat wonen aan de Veerstraat 17, maar hier zouden ze niet lang wonen. In 1950 verhuizen zij namelijk naar een ‘nieuwbouw’ woning aan de Prins Mauritsstraat 14, waar de geboorte van zoon Jan het gezin compleet maakt.
Klaas gaat weer aan het werk bij de Gemeentepolitie Maassluis. De eerste jaren als hoofdagent bij de surveillancedienst, maar na een paar jaar wordt hij overgeplaatst naar de recherche, waarbij hij tot aan zijn pensioen werkzaam is geweest. Op vrijdag 20 juni 1975 nam hij als adjudant de With, op zestigjarige leeftijd, afscheid van het politiekorps Maassluis. Bij zijn afscheid werd hem door burgemeester van Dijke de eremedaille in de Orde van Oranje-Nassau opgespeld voor zijn politiewerkzaamheden.
Dapperheidsonderscheidingen
Voor zijn inzet voor het vaderland is Klaas na de oorlog meerdere malen onderscheiden. De eerste bijzondere onderscheiding die Klaas mocht ontvangen was de Amerikaanse ‘Medal of Freedom’. Een hoge Amerikaanse onderscheiding voor burgers die in Nederland een aantal maal is uitgereikt aan voormalig verzetsstrijders. Bij Klaas werd deze, in aanwezigheid van Z.K.H. Prins Bernhard, op woensdag 12 maart 1947 in de Utrechtse Stadsschouwburg opgespeld door de Amerikaanse attaché Kolonel Johnson.
Op vrijdag 4 juni 1948 ontving Klaas de Britse onderscheiding voor dapperheid, de ‘King’s Commendation for Brave Conduct’. In de onderbouwing werd gewezen op de dappere belangrijke rol die Klaas speelde als Groepscommandant van de BS in de Alblasserwaard.
De laatste onderscheiding voor zijn inzet tijdens de Tweede Wereldoorlog was ‘Het Verzetsherdenkingskruis’. Deze ontving hij op maandag 14 december 1981 uit handen van Prins Bernhard in de kerkzaal van de Koningshof, tezamen met nog een groot aantal stadsgenoten die in de Tweede Wereldoorlog in het verzet actief waren geweest. In het totaal werden er in Maassluis honderdzevenentwintig verzetsherdenkingskruizen uitgereikt, waarvan negenenvijftig postuum.
De Grim, de Lord of Klaas de With, is op dinsdag 27 november 1990 op vijfenzeventigjarige leeftijd overleden te Maassluis.